Als coördinator wagenbouw bij de Oranjewijk ziet Hans Nieuwenhuis een idee voor een carnavalswagen uitgroeien tot een ontwerp en eindigen in een betoverende praalwagen. Dit jaar is de vereniging maar liefst 50 jaar actief in de wagenbouw. Met hun zelfgebouwde kunstwerken nemen ze niet alleen deel aan carnavalsoptochten in de gemeente Tubbergen, maar laten ze ook duizenden bezoekers in Oldenzaal genieten van hun creativiteit. “Samen bouwen is een van de grote drijfveren binnen de Oranjewijk”, laat Hans weten. “Dat zien we ook terug in onze bouwploeg. Een fantastisch team waar steeds meer jongeren onderdeel van uitmaken. Iedereen heeft z’n eigen talent. Met die expertise kunnen we elk jaar een stapje verder. Qua techniek, vormen, materiaalgebruik en digitale ontwikkelingen.”
Dat AI, Artificial Intelligence, steeds meer mogelijkheden biedt, onderschrijft de Oranjewijker eveneens. “AI kan handig zijn voor sommige aspecten binnen het wagenbouwen. Maar het meest waardevolle bij ons is nog altijd het ‘boerenverstand.” Geboren en getogen in het noorden des lands kreeg Hans het carnavalsvirus niet met de paplepel ingegoten. “In het noorden bestonden optochten uit platte wagens waar kinderen opstonden. Toen ik de eerste praalwagens in Tubbergen voorbij zag trekken, dacht ik : ‘wat is dít!?’
Omdat Hans, mede vanwege zijn beroep, beschikt over bouwtechnisch vernuft, werd hij door de Oranjewijk gevraagd om de wagenbouwcommissie te ondersteunen. “Dat was na het 44-jarig bestaan van de Oranjewijk”, blikt de coördinator terug. “Vanaf dat raakte ik besmet met het carnavalsvirus. Maar ik liep wel eerst een tijdje ‘stage’ bij Harry ten Dam, die al jaren een begrip is op carnavalsgebied binnen en buiten Oranjewijk.” De halve eeuw wagenbouw is met een knipoog verwerkt in het thema dit jaar. “Bij de Oranjewijk is het al 50 jaar één groot circus”, verklapt Hans. “Of ik dat mag vertellen? Ja hoor. In mijn beginjaren was inderdaad alles staatsgeheim. Deuren werden hermetisch afgesloten en niemand liet ook maar iets los. Tegenwoordig is er veel meer openheid. Trekken we op met wagenbouwers van andere carnavalsverenigingen, ook uit Dinkelland en Oldenzaal. Dat moet ook, we hebben elkaar nodig.”
