Het geheel is meer dan de som der delen. Vrij vertaald: de manier waarop afzonderlijke delen gecombineerd worden, voegt een speciale kwaliteit toe. Deze theorie van de Griekse filosoof Aristoteles krijgt in Tubbergen gestalte in de vorm van de Schaop’nlikeur.
Dit carnavalslikeurtje, op basis van vanille met nog acht geheime kruiden, geniet in de gemeente Tubbergen al langer faam als Tukker schnaps. Ontwikkelaar Julian ter Horst en Hidde Droste, eigenaar van café De Kroeg, zochten de samenwerking op en geven er een Tubbergs tintje aan.
“Een keer iets nieuws voor de carnavalisten in Tubbergen”, legt Droste uit. “Tukker schnaps is heel populair in De Kroeg. Ik sprak erover met Julian die het idee opperde voor een ‘eigen’ shotje. Het drankje blijft hetzelfde, maar de flesjes krijgen een etiket in de huisstijl van de JCV De Schaop’nköpkes.” Kortom, de kwaliteit van Tukker schnaps met de trots, het verhaal en de humor van de Schaop’nköpkes. En hoe smaakt het unieke Schaop’nshotje? “Het is een toegankelijk drankje, beetje zoet”, laat de kroegbaas weten. “De Schaop’nlikeur is ook prima te combineren met een biertje.” “Een echte allemansvriend en origineel in z’n smaaksoort”, omschrijft Julian ter Horst de likeur. “Tukker schnaps begon aanvankelijk als schoolproject”, vervolgt hij. “Maar de likeur viel zo goed in de smaak dat ik er na mijn studie mee ben doorgegaan. In de afgelopen vier jaar is het een begrip geworden in Oost-Nederland. Zelfs bij FC Twente is het een bekend drankje.”
Samen met Hidde kozen de ondernemers voor Tukker Schnaps in de vorm van een shotje dat de identiteit uitstraalt van de jeugdcarnavalsvereniging in Tubbergen. “De hele carnavalsperiode is de Schaop’nlikeur te koop”, meldt Droste. “Zowel in De Kroeg als in de feesttenten. Zelfs bij Plus Pleijhuis is de likeur verkrijgbaar. De Schaop’nköpkes krijgt een klein percentage van de opbrengst mee. Mocht het een succes worden, dan bekijken we of ‘ons’ shotje volgend jaar terug komt.In de tussentijd blijft het likeurtje als Tukker schnaps op de drankkaart staan in Tubbergen.”
Foto’s (C): Julian Lukassen